Vandaag sprak ik Jan Kamp, de ondernemer achter het zorgconcept ‘Gewoon thuiz’. Jan verteld me dat uit een onderzoek dat hij een jaar of vijf geleden uitvoerde bleek dat ouderen wel 60 a 70 verbindingen hebben met allerlei instanties (woningbouwcorporatie, welzijn, ouderenwerk, gemeente, thuiszorg, huisarts, belastingdienst, energieleverancier etc.) en dat ze die verbindingen vroeger vaak zonder moeite onderhielden, maar dat die buitenwereld nogal beangstigend kan worden nadat een partner weggevallen is, of je het niet meer goed begrijpt.

Uit datzelfde onderzoek bleek dat veel ouderen die in een verzorgingshuis woonden daar niet zaten omdat dit medisch noodzakelijk was, maar omdat ze bang geworden waren voor de ingewikkelde wereld om zich heen. Een verzorgingshuis is dan een soort all inclusive veilige plek, waar alles voor je geregeld wordt. Er zijn geen plekken meer  in verzorgingstehuizen en veel ouderen willen zelf ook zo lang mogelijk thuis wonen. Uiteraard moeten ze daar dan de medische zorg krijgen die ze nodig hebben. Daarnaast is er volgens Jan behoefte aan een soort ‘oudste dochter’, die helpt om al die verbindingen te structureren, om zo goede zorg en diensten te regelen. En om je naar allerlei bestaande initiatieven (samen eten in het wijkcentrum) toe te rijden.

Iemand die de rol van oudste kind kan en wil spelen is niet altijd voorhanden. Bovendien is de infrastructuur van de zorg ontzettend ingewikkeld. Gewoon thuiz biedt ouderen een abonnement op een vaste medewerker die alle zorg en diensten helpt regelen. De medewerkers van gewoon thuiz rijden in herkenbaar bestickerde auto’s door de stad en komen minstens een keer per maand (en op afroep vaker) bij een oudere langs. Ze bieden het veiligheidsgevoel dat je hebt bij de wegenwacht. Mocht je vastlopen in het thuis wonen dan staat er snel een bekend iemand op de stoep die je komt helpen.

Het was een interessant verhaal van Jan. Ik zie een mogelijke koppeling tussen netwerken van buren en een concept als ‘Gewoon thuiz’. Ik zou het fijn vinden als ik een vaste zorgmedewerker van mijn hoogbejaarde buurman zou kunnen bellen als ik me zorgen maak over hem. Iemand naar wie ik ook kan zwaaien als ze aan komt rijden in zijn/haar opvallende auto. Tegelijkertijd kan zo’n professional mij vragen of ik de kliko op straat wil zetten als dat niet meer gaat. Of misschien vragen of ik op zondagavond zo nu en dan koffie wil komen drinken omdat mijn buurman dan bijvoorbeeld gezelschap mist?

[Anne Marth]